5.1. Veiligheid#

In het natuurkundig practicum werk je vaak met voor jou nog onbekende apparaten en procedures. Daarbij kunnen er consequenties zijn voor jou en voor de apparaten waarmee je werkt. Om de risico’s van eventuele ongevallen te voorkomen, zijn er een aantal regels en richtlijnen opgesteld waaraan je je dient te houden. Alle risico’s wegnemen kan niet, daarom hanteren we de definitie: veiligheid is het bewust nemen van aanvaardbare risico’s.

../_images/safety.jpg

Fig. 5.2 Dit moeten we zien te voorkomen…#

5.1.1. Algemeen#

De kans op ongevallen kan een gevolg zijn van:

  • het niet opvolgen van veiligheidsregels zoals het niet werken volgens instructie, onjuiste omgang met chemicalien of gevaarlijke stoffen en het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen;

  • het werken met elektriciteit, hoge spanningen en/of grote stromen;

  • het werken met verhoogde of verlaagde druk en/of temperatuur;

  • de eigenschappen van toegepaste chemische stoffen;

  • het uitvoeren van proeven met een meestal onbekende afloop;

  • de grote verscheidenheid aan apparatuur;

  • het niet op de juiste manier gebruiken van machines of apparaten;

  • het dóórlopen van proeven na werktijd (duurproeven), meestal zonder continu toezicht;

  • niet nauwkeurig en niet netjes werken.

De kans op of ernst van ongevallen kun je verkleinen door:

  1. Het wegnemen van de oorzaak van de risico’s.

  2. Het verkleinen van de risico’s.

  3. Het beperken van de mogelijke gevolgen van de risico’s.

In het natuurkundig practicum wordt dit door onze kans aangepakt door je een aantal toetsen over veiligheid te laten maken waardoor je bewust wordt van mogelijke risico’s. Daarnaast hebben we in alle practicumzalen een plek waar je je jas en tas kwijt kunt. Hebben de begeleiders training gehad op het zien en inschatten van en acteren op mogelijke risico’s. Ook zijn de practica zo ingericht dat het risico zo klein mogelijk gehouden wordt.

../_images/zuurkast.JPG

Fig. 5.3 Een niet ideaal ingerichte werkplek vraagt om ongelukken…#

Van onze kant is er dus al veel gedaan om de risico’s te verkleinen of geheel te verwijderen. Van jou verwachten we een zelfde inspanning, die behelst:

  • jassen en tassen in de juiste plekken

  • een opgeruimde overzichtelijke werkplek

  • voorbereiding op het experiment

  • gebruik de juiste werkmethode

  • gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen zoals cryogene handschoenen, een veiligheidsbril, een labjas etc.

  • het melden van eventuele defecten en onaanvaardbare risico’s bij de assistent

Mocht er dan toch een ongeval voordoen, meld dit direct bij de assistent. Is er hulp nodig dan kun je ten alle tijden het alarmnummer bellen voor gebouw 22: 015-2788888

../_images/drunklab3.jpg

Fig. 5.4 Het komt wel eens voor dat studenten nog alcohol in hun bloed hebben op het moment dat er practicum gedaan moet worden. Is dit het geval, dan zijn ze niet welkom.#

5.1.2. Apparaten & stoffen#

5.1.2.1. Lampen, lenzen & gratings#

De gasontladingslampen die je bij practica gebruikt, hebben een opstarttijd. Ook kun je de lampen niet meteen weer aanzetten als je ze net uit hebt gedaan. Ze moeten eerst afkoelen. Zet ze op tijd aan. Schakel ze tussendoor ook NIET even uit.

Sommige lampen, zoals de kwiklamp, zenden ook UV-straling uit. Ga daar dus zorgvuldig mee om, kijk nooit direct in de lamp en laat deze niet onnodig aan staan nadat je klaar bent met het experiment.

Die gasontladingslampen worden erg heet. Ook de behuizing wordt erg warm. Pak ze dan ook niet vast maar gebruik de voet van de lamp.

De lenzen en gratings die je gebruikt zijn erg gevoelig. Er kunnen snel krassen op komen waardoor de werking van de component minder wordt. Leg de optische instrumenten dan ook nooit op tafel, pak ze alleen bij de metalen voet vast, en wanneer je ze gebruikt, zet ze meteen vast! Dit voorkomt dat ze vallen en daardoor beschadigen.

../_images/drunklab3.jpg

Fig. 5.5 HIER EEN FOTO VAN EEN KWIKLAMP#

5.1.2.2. Cryogene stoffen#

Voorwerpen van hoge temperatuur (ovens, reactoren, oliebaden) en lage temperatuur (vast CO\(_2\), cryogene vloeistoffen als vloeibare stikstof) geven kans op verbrandingen. Er is een thermisch risico boven 80\(^o\)C en onder -20\(^o\)C bij contact. Beneden -20\(^o\)C blijven vastgepakte voorwerpen ‘plakken’, met kans op bevriezing. Bij temperaturen beneden -40\(^o\)C treden dezelfde effecten als bij verhitting op. Als de cryogene gassen ontsnappen, blijven ze laag hangen, waardoor een gevaarlijk hoge concentratie kan ontstaan die de aanwezige zuurstof verdringt. Elke vermindering van de zuurstofconcentratie onder de 21 % is potentieel gevaarlijk. Bij inademing van zuurstofarme lucht kan een persoon het bewustzijn verliezen.

../_images/cryo.jpg

Fig. 5.6 Een juiste werkwijze met Cryogene stoffen vereist o.a. de juiste kleding.#

In een (technisch) natuurwetenschappelijk laboratorium wordt nogal eens gewerkt met vloeibare stikstof. De temperatuur van vloeibare stikstof is -196\(^o\)C of 77K. Bij het gebruik van vloeibaar stikstof moet zorgvuldig te werk worden gegaan en moeten de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen zoals:

  • een gelaatscherm of een veiligheidsbril met zijbeschermers tegen spatten

  • speciale koude-isolerende handschoenen die voldoende ruim zitten om ze onmiddellijk te kunnen uittrekken als er per ongeluk spatten vloeibaar stikstof inkomen

  • loszittende werkjassen die onmiddellijk kunnen worden uitgetrokken

Practicum met cryogene stoffen met een korte broek, open schoenen of los zittende laarzen is niet toegestaan. Daarvoor zijn de risico’s te hoog. Bekijk ook de uitgebreide beschrijving rond het thema cryogene stoffen.

5.1.2.3. Lasers#

In sommige experimenten werk je met lasers. Lasers kunnen een grote hoeveelheid energie ontwikkelen. Kijk dan ook nooit in de straal van een laser!

De (negatieve) gevolgen zijn afhankelijk van de golflengte en intensiteit van de straling, de tijdsduur van de blootstelling en het lichaamsdeel dat wordt blootgesteld. De bekendste schadelijke effecten van blootstelling aan elektromagnetische straling hangen samen met de ontwikkeling van warmte in weefsel (thermisch effect). De huid en (vooral) de ogen zijn de organen die het meest kwetsbaar zijn.

Degene die een opstelling bouwt met een laser dient reflecties van het laserlicht te voorkomen. Er zijn ook lasers die een onzichtbare straal hebben (ultraviolet, infra-rood) maar waarbij toch schade aan de ogen kan worden aangericht. Juist door de onzichtbare straal zijn deze lasers extra gevaarlijk. Zorg voor voldoende afscherming. Naast afscherming van de laser moet je ook laser veligheidsbrillen gebruiken. Bekijk ook de uitgebreide beschrijving rond het thema laserveiligeid.

5.1.3. Safety check#

Voor elk practicum wordt van je verwacht dat je een safety check gedaan hebt. Controleer alvorens te beginnen de volgende punten:

o Ik weet wat ik moet doen bij/tijdens het practium.
o Ik heb een risico inventarisatie gedaan en weet wat er fout kan gaan.
o Eventuele risico’s zijn in het labjournaal vermeld, inclusief bijbehorende maatregelen om risico’s te verkleinen.
o Safety assessment is gecontroleerd door de begeleider.
o Alle benodigde materialen zijn aanwezig en zijn heel.
o De desk is ingericht voor het experiment: alleen de benodigde materialen zijn aanwezig.
o Mijn jas en tas zijn opgeborgen.
o Eten en drinken is weggestopt.

Mocht een van bovenstaande punten niet aangevinkt kunnen worden, meld je dan bij de begeleider.

Na afloop volgt een zelfde soort inventarisatie. Je mag pas weg nadat je je hebt afgemeld en de checklist heb getoond.

o Alle materialen zijn opgeruimd, in en om de desk is de ruimte weer ‘clean’ opgeleverd.
o Alle elektrische apparaten zijn uitgeschakeld.
o Eventuele gebreken (onafhankelijk of het tijdens het experiment is gebeurd) zijn gemeld bij de begeleider.

5.1.4. Veiligheidstoets#

Voordat je een eerste experiment mag doen, moet je minstens twee toetsen halen. Ten eerste de algemene veiligheidstoets waarbij je o.a. de vluchtroutes in het gebouw leert kennen. Ten tweede de labsafety toets. Beide toetsen moeten gemaakt worden op labservant, zie Brightspace. Labservant is alleen toegankelijk via een TUD IP. Dus de toets moet of op de TUD gemaakt worden, of je moet via een TUD VPN verbinding maken met het TUD netwerk.

Voor een aantal specifieke experimenten is nog een aanvullende toets nodig (cryogene stoffen of werken met lasers). Je wordt hier op geattendeerd mocht dit noodzakelijk zijn.

5.1.5. Case studie#

In een experiment van het natuurkundige practicum wordt er onderzoek gedaan naar de viscositeit (stroperigheid) van glycerol. De te gebruiken opstelling staat in figuur 5.7. Voer een risico analyse uit voor het uitvoeren van dit experiment. Bedenk daarbij wat er fout kan gaan bij het experiment, wat de consequenties daarvan zijn, en hoe potentiele risico’s verkleind kunnen worden.

../_images/glycerolcase.png

Fig. 5.7 Een opstelling van het eerstejaarspracticum#