10. Verslag schrijven#
Een belangrijk onderdeel van de opleidingen binnen TNW is het leren schrijven van een verslag of wetenschappelijk rapport. In het eerstejaar leggen we daar de basis van. Het schrijven van het eerste verslag kost veel studenten nogal wat moeite en tijd. Dit komt onder andere omdat we hogere eisen stellen aan het verslag dan op de middelbare school. Dat is noodzakelijk omdat, uiteindelijk, anderen in aanraking komen met jouw onderzoek door de artikelen en verslagen die je hebt geschreven. Zo’n verslag of artikel moet dan ook alles staan wat belangrijk is en netjes opgebouwd zijn om uiteindelijk te laten zien dat het niet anders kan dan dat de getrokken conclusie volgt uit het onderzoek dat gedaan is.
Warning
Details over de presentatie van de experimenten kunnen verschillen, afhankelijk van de aard van het onderzoek en de tradities van het vakgebied. Volg daarom ook altijd de aanvullende vakspecifieke instructies als die vermeld staan in de betreffende practicumhandleiding.
10.1. Waarom schrijf je?#
Je hebt een experiment gedaan waarbij je alles wat nodig is om het experiment te begrijpen en de conclusies na te gaan in je labjournaal / logboek hebt gezet. Waarom dan toch nog een verslag of artikel schrijven over dat experiment? Een belangrijke reden van schrijven is het structureren van je eigen gedachten:
Wat heb je nu precies gedaan in dit experiment?
Wat leer je daarvan? Wat zijn mogelijkheden tot vervolgonderzoek?
Waar kan het beter?
Door het schrijven van het verslag begrijp je nog beter wat er is gedaan, waarom dat is gedaan en wat de relevantie daarvan is. Schrijven = begrijpen. Het schrijven helpt je nadenken over wat je doet, wat dat betekent. Met een schriftelijk verslag rond je dit proces op een natuurlijke manier af, waarna iedere geïnteresseerde kennis kan nemen van jouw bevindingen.
Een tweede belangrijke reden is het delen van kennis. Wanneer je je aan de rand van wetenschappelijk kennis bevindt, betekent het delen van die kennis vooruitgang. Je helpt jezelf maar ook anderen om te komen tot nieuwe kennis (het delen van die nieuwe kennis is in de wetenschap ook vaak een manier om geld voor (nieuw) onderzoek te krijgen).
Een derde belangrijke reden is de controle op de kennis die is ontwikkeld, het verslag is hetgeen een beoordelaar ziet. In de wetenschap wordt dat gedaan aan de hand van peer review. Dit is een check of wat er geclaimd wordt daadwerkelijk ondersteund wordt door de data. Dit betekent dat de betrouwbaarheid van de data en de validiteit van de conclusies onderzocht worden door andere experts.
De drie voor TNW meest relevante functies van verslaglegging kunnen als volgt worden samengevat: De functie van een wetenschappelijk verslag is jezelf en anderen ervan overtuigen dat wat er is gedaan het best mogelijk antwoord geeft op de gestelde onderzoeksvraag.
Tip
oefenen in verslag schrijven = oefenen in schriftelijk rapporteren.
Je hoeft niet veel fantasie te hebben om te bedenken dat je later in je werk (ook buiten de academische wereld!) nogal wat tijd zal besteden aan het maken en beoordelen van schriftelijke rapporten. Het is dus belangrijk om daar goed en efficiënt in te worden.
Dit klinkt als een ver-van-mijn-bed-show, maar bedenk wel dat verslagen ook een sterk persoonlijk element bevatten: het is het werk van iemand. Voor de schrijver van een verslag is het van groot belang dat zijn/haar verslag goed is. Zo zal de lezer van een slecht rapport geen hoge pet op hebben van de schrijver. Andersom geldt: een goed rapport laat zien dat de schrijver het onderwerp goed begrepen heeft en helder weet weer te geven. Het is dan waarschijnlijk dat de lezer de schrijver serieus neemt. Het afleveren van een verslag is dus een kans om een goede indruk te maken. Bij een sollicitatie is bijv. een goed verslag van je Bachelor en/of Master EindProject een geweldig visitekaartje.
Het gaat hier om verslagen over experimenten die we in het Inleidend Practicum doen. Natuurlijk zijn deze verslagen beperkt in de zin dat ze niet over nieuwe ontdekkingen gaan. Maar de principes die we hier leren toepassen, gelden net zo sterk voor het schrijven van een artikel over een geweldige ontdekking.
10.2. Een overtuigend argument voor een claim#
Om anderen te overtuigen gebruik je argumentatie: Een onderbouwing voor wat er gedaan is en wat daaruit komt. Toulmin [1] levert daartoe een goede argumentatiestructuur, zie Figure 10.1. In dat model wordt er een link gelegd tussen de te maken claim (de conclusie) en de data.
Het model van Toulmin bestaat uit de volgende elementen:
• Claims: De conclusies die gemaakt worden.
• Data: De data die gebruikt zijn als bewijs voor de claim.
• Warrants: De onderbouwing die de link tussen data en claim rechtvaardigt.
• Backing: De onderliggende onderbouwing, vaak de natuurkundige en wiskundige theorieën die ten grondslag liggen.
• Qualifiers: De condities waaronder de claim geldig is (validiteit van de conclusie).
• Rebuttals: Tegenwerpingen voor de claim (de claim is niet geldig als).
Niet alle elementen worden expliciet genoemd in een verslag of artikel, maar zijn vaak wel terug te vinden. Zo zijn qualifiers te vinden in de methodesectie waarin beschreven wordt wat er gedaan is (in dit experiment is er sprake van supergeleiding voor T < 50 K). Belangrijk voor het schrijven van een verslag zijn de warrants: Wat is de onderbouwing die je claims rechtvaardigt (uit de vergelijking van de verwachte fitlijn met de experimentele data en het vergelijken van het berekende remanente veld met de literatuurwaarde volgt dat …).
Een uitgebreider model voor argumentatie in wetenschap wordt gegeven door Pols (2023), zie Figure 10.2. Dat model gaat er vanuit dat een overtuigend argument voor een claim ten eerste berust op betrouwbare en valide data. Je moet dan ook laten zien, beargumenteren/verdediging, waarom hier sprake van is. De warrants geven aan hoe de keuzes die gemaakt zijn leiden tot het best mogelijk resultaat binnen de geldende beperkingen (tijd / instrumenten / geld / etc.). Er is dus sprake van een eerste claim waarvan je de lezer moet overtuigen: Mijn data kunnen vertrouwd worden en zijn bruikbaar om de onderzoeksvraag te beantwoorden.
De claim dat je data betrouwbaar is, is noodzakelijk, maar uiteindelijk niet het eindstation. Je wilt de lezer ervan overtuigen dat het antwoord op de onderzoeksvraag de juiste is en voldoet aan de gestelde wetenschappelijke eisen (o.a. betrouwbaar, valide, zo informatief mogelijk). Het rechter deel van het model heeft betrekking op dit deel:
10.3. Wie is je publiek?#
Een van de eerste vragen die je stelt voordat je schrijft is wie is mijn publiek? Wat je schrijft, hoeveel je uitlegt, welke figuren je opneemt, hangt allemaal af van de voorkennis van de lezer.
Bij het schrijven van een onderzoeksverslag richt je je tot een denkbeeldige lezer. Te allen tijde mag je ervan uitgaan dat de lezer waar je voor schrijft een gelijke (peer) is. Deze lezer heeft algemene kennis van zaken, is in staat om afleidingen te volgen en na te denken of hij/zij het eens is met jouw bevindingen maar is onbekend met de practicumhandleiding en de specifieke experimenten die jij hebt gedaan. Je moet ervan uitgaan dat de lezer het experiment niet zelf heeft uitgevoerd, je moet dus nog wel uitleggen wat het experiment precies inhoudt, welke instellingen je gebruikt (waarom die instellingen zinnig zijn) etc. Houd de denkbeeldige lezer daarom altijd in gedachten als je je afvraagt of iets wel of niet beschreven moet worden.
Zoals eerder gemeld is het dan ook niet erg om je verslag te laten lezen aan een studiegenoot en om commentaar te vragen. De studiegenoot moet in staat zijn om een beeld te vormen van wat je hebt gedaan, wat daaruit komt. Ook moet de studiegenoot in staat zijn om te zeggen of hij/zij de conclusies betrouwbaar vindt.
10.4. Structuur#
De meeste gebruikte structuur in een wetenschappelijke artikel is de IMRAD-structuur. Voor het natuurkundig verslag maken we gelijk van een soortgelijke structuur. Dit komt nog uitgebreid aan bod bij het eerste experiment. Voor de volledigheid bieden we hier de structuur nogmaals aan.
Important
Een wetenschappelijk verslag leest als een lopend verhaal met als hart de inleiding – resultaten – discussie/conclusie. In deze drie secties worden drie vragen behandeld:
Waarom dit onderzoek (inleiding)?
Wat kwam er uit het onderzoek (resultaten)?
Wat betekent het en wat kunnen we ermee (discussie)?
Titel: De titel is vaak het eerste wat de lezer tegen komt. Deze moet dus informatief en tegelijk aantrekkelijk zijn. Over het algemeen bestaat een titel uit 10-12 woorden.
Samenvatting: De samenvatting is een beknopte weergave van het hele artikel of verslag die de aandacht van de lezers moet trekken. Een samenvatting helpt lezers beslissen of het voor hen relevant is om het volledige manuscript te lezen. De samenvatting geeft een korte beschouwing van wat er is gedaan, waarom en hoe. De openingszin is van groot belang: wat is de grote context van het onderzoek, waar gaat het heen. Besteed hier veel aandacht aan. Verder, de belangrijkste resultaten en conclusies worden gepresenteerd in de samenvatting. Normaal gesproken wordt er een woordlimiet van ongeveer 250 aangehouden. Behandel de samenvatting als een zelfstandige tekst. Verwijs dus nooit naar gedeelten van het verslag zoals de tekst, figuren of tabellen en gebruik geen literatuurverwijzingen. Ook formules horen niet in een samenvatting thuis.
Tip
Het is het handigst om de samenvatting als allerlaatste te schrijven. Lees de samenvatting altijd na! Stel je voor dat je de samenvatting onder ogen had gekregen voordat je het experiment ging doen, had je dan kunnen uitleggen waar het experiment over ging?
Inleiding: De inleiding sets the scene. Vanuit een breed perspectief wordt er gewerkt naar de specifieke onderzoeksvraag. De inleiding geeft een kort overzicht gegeven van wat er reeds gedaan is. Duidelijk moet worden wat er in dit onderzoek gedaan wordt en waarom (wat is de aanleiding en het gat in onze kennis die jij gaat opvullen?). De inleiding geeft de lezer dus de achtergrondinformatie en context die nodig is om de bijdrage aan het onderzoeksveld te begrijpen.
Tip
Een sterke openingszin helpt om aandacht te trekken naar je artikel en te vertellen waar het over gaat.
Het is verstandig alvorens het schrijven van de inleiding antwoord te geven op de volgende vier vragen:
Waarom is dit onderzoek interessant? Beschrijf kort de context van het onderzoeksgebied van het experiment.
Wat hebben andere onderzoekers al gedaan? Beschrijf de wetenschappelijke relevantie van het experiment. Welke gegevens (bijvoorbeeld eerdere bevindingen of theorieën) heeft de lezer nodig om de onderzoeksvraag en de experimentele benadering te begrijpen?
Wat hebben andere onderzoekers nog niet gedaan? Beschrijf wat er nog moet gebeuren. Dit kan een optimalisatie of bevestiging zijn maar ook iets dat nog niet bekend is.
Wat is de reikwijdte van dit onderzoek? De vorige drie onderdelen leiden logisch tot jouw doel, en onderzoeksvraag.”
In sommige vakgebieden is het gebruikelijk om de inleiding te eindigen met de belangrijkste conclusie van de studie, in één zin, een soort teaser, die de lezer stimuleert ook de resultatensectie te gaan lezen. Kijk maar eens hoe dat gedaan wordt in dit artikel.
Tip
Maak in de inleiding duidelijk onderscheid tussen algemene achtergrondtheorie (werkwoorden in tegenwoordige tijd) en details van experimenten en verwijzingen naar andere onderzoeken (werkwoorden in voltooid tegenwoordige tijd of voltooid verleden tijd).
De inleiding kun je zien als een trechter (V-structuur) waarbij je breed begint en steeds specifiekere informatie geeft tot de strekking van jouw onderzoek. Geef geen onnodige informatie. Richt je in de introductie op de aspecten die van belang zijn voor het begrijpen waarom jij tot deze onderzoeksvraag bent gekomen.
Loop niet vooruit op de resultaten, discussie of conclusie (eventueel m.u.v. de teaser zin). Een inleiding is geen samenvatting.
Theorie: Beschrijft kort maar volledig de relevante (natuurkundige) theorie die nodig is om het experiment te kunnen begrijpen. De theorie kan helpen om de gekozen methoden te onderbouwen.
Experimentele methode: Hierin wordt duidelijk gemaakt wat het experiment precies inhoudt, en wat de te volgen procedure is. Een goede beschrijving maakt het mogelijk om het experiment te reproduceren en biedt de mogelijkheid voor andere experts om na te gaan of het experiment daadwerkelijk antwoord kan geven op de onderzoeksvraag. Belangrijk is dat de keuzes die gemaakt zijn verantwoord zijn, dat wil zeggen dat je de keuze onderbouwt - dat de gemaakte keuze tot het beste resultaat leidt, gegeven de middelen die beschikbaar waren. Om structuur te brengen aan je experimentele methode kan een verdere verdeling handig zijn, bijvoorbeeld experiment, procedure en analyse:
experiment: beschrijving van hoe het experiment uitgevoerd wordt, met welke materialen (waarom die instrumenten).
procedure: de handelingen die zijn uitgevoerd om de daadwerkelijke data te verzamelen. Niet beschreven als een chronologische volgorde, of puntsgewijze opsomming (toen deden we dit, daarna dat), maar als argument waarom deze procedure de juiste is. Bijv: Door de buis langzaam in het water te dompelen en om de 5 cm de frequentie te meten, zorgen we ervoor dat er geen druppels op de buis blijven plakken wat de frequentie zou kunnen beinvloeden, evenals de waterhoogte.
analyse: de stappen die gedaan zijn om te komen tot de uiteindelijke waarde. Dat die analyse gedaan is met Python, en een algemene library is niet van belang.
Tip
Houd de beschrijving van de procedure kort, zonder overbodige technische details. Denk goed na wat nodig is voor begrip van de resultaten voor iemand die de practicumhandleiding niet heeft gelezen.
Resultaten: In deze sectie presenteer je de data die de uiteindelijke claim ondersteunen. Denk hierbij goed na over welke data en in welke vorm je deze wilt presenteren. Daarbij is het belangrijk dat je je keuzes verantwoordt.
Tip
Niet alle resultaten zullen relevant zijn om de onderzoeksvraag te beantwoorden, laat mislukte experimenten achterwege.
Bij routine-experimenten is het voldoende om alleen het resultaat te beschrijven. Leidend is de verhaallijn in de Resultaten-sectie die gericht is op het beantwoorden van je onderzoeksvraag. Te veel details leiden af.
Als een experimentele procedure in jouw onderzoek optimalisatie vereiste, moet je die stappen beschrijven, inclusief stappen die je hebt onderzocht, maar die geen verbetering hebben opgeleverd.
Kies de volgorde van de resultaten zo, dat je een logisch verhaal kunt vertellen. Schrijf geen chronologisch verslag (dus niet: “We begonnen met… Daarna … Toen …”).
Begin met het resultaat waar de lezer op zit te wachten en ga daarna in op controles en bijzaken.
Onthoud dat de resultaten ook zonder het lezen van de materiaal en methoden sectie te volgen moeten zijn.
Wees bewust van het verschil tussen een waarneming (een feit) en interpretatie of verwachting.
Figuren of tabellen moeten in de tekst beschreven zijn. De tekst moet te volgen zijn zonder naar de figuur/tabel te kijken.
Geef duidelijk aan wat je ziet, maar ook wat deze waarneming vertelt over het experiment. Zeg nooit alleen dat een resultaat ‘logisch’ of ‘volgens verwachting’ is.
Presenteer nooit uitkomsten van berekeningen zonder er verder iets over te zeggen. Het getal is alleen interessant als je het verbindt met het onderzoek.
Discussie: In de discussie interpreteer je de data en relateer je deze tot eerder werk, interpreteer je de opbrengsten in een breder perspectief. Voor kleinere onderzoeken is een aparte discussiesectie niet nodig. Discussie en resultaten worden dan samengenomen.
Warning
Afhankelijk van het onderzoeksveld en of er veel te bespreken valt zijn Resultaten en Discussie twee losse secties of worden ze gecombineerd tot Resultaten & Discussie.
Conclusie: In de conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvra(a)g(en). Daarbij komt voor de lezer eigenlijk geen nieuwe informatie. De conclusie geeft een kernachtig verslag van wat er is gevonden. Je geeft hier het belangrijkste discussiepunt en mogelijkheden voor vervolgonderzoek.
Tip
Uit onderzoek [referentie] volgt dat de volgende elementen een goede conclusie maken:
De conclusie is zelfstandig leesbaar
Herinnert de lezer de context van het onderzoek en waarom het onderzoek is uitgevoerd
Herhaalt de onderzoeksvraag of het onderzoeksdoel
Beschrijft in een enkele zin de gevolgde method
Beantwoord de onderzoeksvraag
Geeft een onderbouwing voor die conclusie
Geeft aanbevelingen en doet suggesties voor vervolgonderzoek
Referenties: Hierin staan alle bronnen die gebruikt zijn en waarnaar je refereert in de tekst. De informatie uit die bronnen mag je gebruiken, maar hele teksten overnemen (ook uit het dictaat) mag niet. Voor het bijhouden van de literatuur / bronnen / referenties zijn er diverse programma’s die je helpen, waaronder EndNote voor Word en voor LaTeX. Deze softwarepakketten maken het goed mogelijk om de uiteindelijke opmaak van de referenties (bijv. APA-style) automatisch te laten uitvoeren.
10.5. Voorbereiden van het schrijven#
Hoewel een onderzoeksverslag dus een vaste volgorde heeft en één lopend verhaal vertelt, is dat niet altijd de beste volgorde om het verslag te gaan schrijven. Denk bij het bepalen van de schrijfvolgorde van je verslag daarom eerst na over de inhoud van jouw onderzoeksverslag. Maak een lijstje van belangrijke punten door antwoorden te geven op de volgende vragen:
Achtergrondinformatie: Wat moet de lezer weten om de onderzoekvraag te begrijpen en interessant te vinden?
Doel(en) van het onderzoek. Hier richt je je op de vraagstelling en het plan van aanpak. Wat wil je uitzoeken? (Niet: “Moest voor het practicum”). Als je meerdere experimenten, proeven of analyses doet, dienen sommigen misschien als voorbereidende stappen voor het uiteindelijke experiment, of zijn er meerdere losstaande doelen.
Welke benaderingen heb je gevolgd om jouw doel(en) te bereiken?
Wat is het resultaat van experiment/proef 1?
Wat is het resultaat van experiment/proef 2 (…3, enz.)?
Wat kan je concluderen uit de resultaten? Wat is het antwoord op de onderzoeksvraag?
Als je deze zaken helder voor ogen hebt, wordt het makkelijker een goed lopend verhaal te schrijven (met als hart inleiding – resultaten – discussie). Voor je begint met het schrijven kan je wat trefwoorden opschrijven voor elk van de alinea’s van de inleiding (voortbouwend op vraag 1 en 2), die van de resultaten (vraag 3 en 4) en die van de discussie (vraag 5 en 6). Heb je een helder beeld van de structuur van je tekst, dan kun je vervolgens de tekst gaan schrijven. Zorg dat alle structuuronderdelen (inleiding, resultaten, discussie) goed op elkaar ansluiten met logische bruggetjes tussen verschillende onderwerpen en de onderdelen. De tekst moet uiteindelijk één verhalend geheel vormen.
10.6. Verslag of artikel#
Een verslag en artikel lijken erg op elkaar. Vaak is een artikel korter dan een verslag, maar dat ligt meer aan de schrijfkwaliteit en het aantal uren om het werk af te leveren dan aan het opgelegde format. Een artikel heeft een veel hogere informatiedichtheid. De journals geven maar beperkt ruimte om je verhaal te doen. Over elke zin moet je meerdere keren nadenken voordat deze de definitieve vorm heeft gekregen. Hetzelfde geldt voor figuren. Van een van de experimenten maak je een artikel, waarbij de ruimte die je krijgt zeer beperkt is.
10.7. Korter#
De uitdaging in het schrijven van een rapport is dat het beknopt, maar volledig en leesbaar is. Voor elk onderdeel moet je je afvragen: wat wil ik eigenlijk zeggen? Korter wil dus niet zeggen dat je zo maar teksten schrapt, informatie weglaat. Dat kan slechts als die informatie niet (echt) bijdraagt aan je verhaal.
Hieronder vind je een aantal voorbeelden van teksten gemaakt door eerstejaars-TN-studenten. De niet-relevante tekst is doorgestreept, de informatie die overgedragen moet worden niet. Daaronder staat de herschreven tekst, beknopter maar met behoud van informatie.
Voorbeeld 1
Als eerst is er een proef gedaan omde valtijd van de druppel te bepalen.Dit is gedaan d.m.v. een opstelling waarbijhet tijdsverschil wordt gemeten tussen twee punten en de snelheid van de druppel bij het eerste punt nul is. (zie figuur 1 voor de opstelling).Het tijdsverschil wordtbepaald met behulp van optische detectoren.In deze proef zijn metingen uitgevoerdmet een valafstand tussen de 120 en 170 cm met een stapgrootte van 5 cm.Bij elke afstand zijn erdrie metingen uitgevoerd.
Voor de bepaling van de gemiddelde valtijd van de waterdruppel (N=3) is de valperiode tussen twee punten, tussen 1.20 en 1.70 m met een interval van 5 cm, bepaald. In figuur 1 is de opstelling met optische detectoren getoond.
Door de irrelevante woorden weg te schrappen, dat wil zeggen, de woorden die weinig extra informatie geven, kunnen zinnen samengetrokken worden. De informatiedichtheid is daarmee veel hoger. Toch is de tekst nog goed leesbaar.
Voorbeeld 2
Kalium-40 is een instabiele isotoop van het veelvoorkomende element kalium. Dit betekent dat de isotoop kan vervallen naar een ander element door ioniserende straling uit te zenden (zie figuur 1).Deze isotoop en zijn halfwaardetijd hebben een belangrijke toepassing bij K-Ar datering (waarmee de leeftijd van gesteentes kan worden bepaald)en de aanwezigheid van kalium-40 is de reden dat bananen licht radioactief zijn.In dit experiment hebben wij twee methodes gebruikt om antwoord te krijgen op onze onderzoeksvraag: Wat is de halfwaardetijd van kalium-40?
Voor de ouderdomsbepaling van gesteentes is de precieze waarde van de halfwaardetijd van K-40 van belang. In dit experiment wordt de halfwaardetijd van K-40 bepaald aan de hand van twee methoden waarbij de vraag is welk van deze twee methoden de beste benadering met de literatuurwaarde geeft.
Uitgaande van de relevante voorkennis, duidt de halfwaardetijd op de instabiliteit van een isotoop. Die informatie is dus al gegeven zodra je over halfwaardetijd praat. De radioactiviteit van bananen is een leuk weetje, maar irrelevant voor het verslag. De informatie komt niet meer terug.
10.8. De eerste zin#
Het is mooi als het je lukt om met de eerste zin je lezer al te pakken te krijgen en tegelijk duidelijk te maken waar het in het artikel om gaat. Dit wekt alvast interesse en geeft de lezer richting. Die twee combineren, is uiteraard lastig. De vaardigheid om dit te kunnen, kun je ook niet goed trainen. Het is belangrijk dat je er op bedacht bent en dat je werk, tijd en energie stopt in het construeren van zo’n eerste zin.
10.9. Abstract#
Zoals gezegd, een samenvatting of abstract beschrijft in een zeer beperkt aantal woorden het belang, de uitvoering en de opbrengst van het onderzoek. De structuur van een abstract is eender aan dat van de inhoud, waarbij grofweg steeds een a twee zinnen per onderdeel besteed wordt. Een hulpmiddel voor het schrijven van een abstract kan zijn eerst de verschillende onderdelen uit elkaar te trekken. Per onderdeel schrijf je op wat de lezer echt moet weten. Vervolgens voeg je die onderdelen weer samen tot een lopend geheel. De onderdelen zijn dan:
achtergrond
doel onderzoek
design en methode
resultaat
discussie
conclusie
10.10. Feedback ontvangen, accepteren en verwerken#
En dan heb je zoveel uren aandacht besteedt aan het schrijven van een verslag, dan krijg je een lading feedback en opmerkingen. Het document dat je hebt ingeleverd krijg je vrijwel volledig rood terug… Dat is even slikken.
Omdat er geen vastliggende voorgeschreven regels voor het doen van goed onderzoek zijn, moet de kwaliteit van het onderzoek beoordeeld worden door andere experts in het veld. Zij beoordelen of je werk van voldoende kwaliteit is, of je de juiste/verdedigbare keuzes hebt gemaakt en of er voldoende (theoretische) vooruitgang is geboekt om een publicatie te rechtvaardigen. Als de reviewer zijn/haar werk goed heeft gedaan, wordt er commentaar gegeven op de inhoud (dus niet op de persoon). De reviewer geeft aan wat er niet duidelijk is, wat er beter kan of moet, en levert uiteindelijk een oordeel of je je werk mag verbeteren (revisions) of dat er te veel schort aan de kwaliteit van het onderzoek zelf om te verbeteren (reject).
In het natuurkundig practicum krijg je ook feedback. Heel veel feedback… die feedback is niet bedoeld om je af te straffen maar om je te laten groeien als onderzoeker, om het schrijven te verbeteren. Je kunt (en zult) boos worden over feedback, maar als iemand commentaar heeft op een specifiek punt, dan zal de reviewer daar iets mee bedoelen. Het is niet duidelijk (genoeg). Accepteer die feedback en, mocht dat niet expliciet gegeven zijn, probeer de achterliggende punten te ontdekken: Waarom is de tekst niet helder genoeg, wat ontbreekt er nu precies?
In sommige gevallen krijg je de kans om het werk te verbeteren. Heb je een onvoldoende gekregen, dan ben je zelfs verplicht om je werk te verbeteren. Net als in het peer review proces van een wetenschappelijk artikel moet je alle punten die zijn aangedragen verwerken. Of, als je vindt dat een punt niet aangepakt dient te worden, moet je een weerwoord schrijven waarin je uitlegt waarom je het punt niet aanpakt.
10.11. Plagiaat en refereren#
Note
Het systeem van de wetenschap draait op erkenning die wetenschappers krijgen voor hun ideeën en bevindingen. Daarom is het essentieel dat wetenschappers erkend worden voor wat zij hebben bedacht of geschreven. Het werk van anderen kopiëren en dit presenteren als het eigen werk wordt gezien als plagiaat (stelen). Wanneer je tekst van iemand overneemt.
Het moge duidelijk zijn dat je niet zo maar teksten kunt overnemen die anderen hebben geschreven. Dat geldt voor verslagen van anderen, teksten van wikipedia, of informatie uit het dictaat. Gebruik je letterlijk teksten van anderen, dan noemen we dat quoten (of als je het niet goed doet, plagieren). Zonder verwijzing, of dat nu uit de handleiding is, van een medestudent of het internet, wordt dit gezien als plagiaat, Dit wordt zwaar bestraft binnen de wetenschap en ook binnen de opleiding. De kaders hiervoor zijn vastgelegd in de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie (hoofdstuk 6: fraude). Het moet voor een ieder die de tekst leest duidelijk zijn wat de quote is door bijvoorbeeld de tekst schuin te drukken en wat eigen werk is. Die quote wordt voorafgegaan of gevolgd door een referentie.
Een andere manier van het gebruiken van informatie van een andere is parafraseren. Bij parafraseren geef je dezelfde informatie maar zet je die in je eigen woorden neer. Ook dan zet je weer een referentie neer zodat de volledige tekst opgezocht kan worden door de lezer.
Alle verslagen worden gescand op plagiaat. Het spreekt voor zich dat het niet toegestaan is om stukjes tekst over te nemen uit het verslag van medestudenten. Zulke overlap wordt ook gedetecteerd door een plagiaatscan. Wanneer het delen van berekeningen, grafieken en andere uitwerkingen wel is toegestaan, wordt dit aangegeven in de practicumhandleiding.
Het aanzetten tot plagiaat is op dezelfde manier fraude als het plegen van plagiaat. Daarom is het publiceren van verslagen op openbaar toegankelijke websites (zoals StudeerSnel.nl) verboden. Vermoedens van plagiaat en andere fraude worden gemeld bij de examencommissie, wat ernstige consequenties kan hebben.
10.12. Schrijfhulp#
Schrijven is niet makkelijk. De enige manier waarop je dit goed leert, is door vaak te doen. Maar soms loop je vast… wat dan?
Er zijn een aantal bronnen die je kunt raadplegen, daarnaast biedt de TUD een aantal mogelijkheden voor schrijfhulp. Hieronder een lijstje met te raadplegen bronnen.
Lean Library Wanneer je op het internet naar artikelen, tijdschriften of databanken zoekt, vind je mogelijk inhoud waarvoor wij een licentie hebben. Maar als je niet op de campus bent of niet op het campusnetwerk bent aangesloten, weet de website die je bezoekt dat niet en krijg je geen toegang tot webpagina’s of publicaties. Of erger nog, je wordt gevraagd te betalen voor toegang (paywall).
In deze gevallen zal de browserextensie Lean Library je automatisch een melding tonen en je toegang geven tot de gelicentieerde inhoud van de TU Delft Library.
Writing Centre: Het Writing Centre biedt mogelijkheid om op afspraak onderdelen van een tekst te bespreken. Zo’n gesprek duurt 45 minuten en is gratis.
Handboek Academisch Schrijven: Dit handboek geeft veel goede schrijftips.
Online schrijf cursus BS: Brightspace-cursus TU Write is een online cursus die verschillende onderdelen voor schrijven dekken.
Taalwinkel: De taalwinkel geeft allerlei antwoorden op veelgestelde vragen over het schrijven van een verslag.
Handboek Communicatieve Vaardigheden: De RUG biedt een online handboek over communicatieve vaardigheden.
A guide: [A guide to effective writing](https://d1rkab7tlqy5f1.cloudfront.net/IO/Actueel/Boekencollectie/FACT - a guide to effective academic communication.pdf) biedt richtlijnen voor verschillende onderbouwde teksten. De teksten zijn gericht op IO en ontwerpen, maar de essentie komt overeen met het schrijven van een verslag.
Nature: Nature Physics biedt, net als veel andere journals, een overzicht van eisen wat betreft tekst, lengte, figuren, tabellen, opmaak etc. Het is een goede raad om gewoon eens bij een journal te klikken op submit article en vervolgens de author’s guideliness te lezen.
Physics review: Physics review Ook Physics Review heeft een aardige beschrijving van wat er verwacht wordt van de auteur, welke richtlijnen aangehouden moeten worden, etc.
Reporting Results: Reporting results van Van Aken & Hosford is een boek dat beknopt weergeeft wat de afspraken zijn met betrekking tot wetenschappelijk schrijven. Daarnaast geeft het boek een overzicht van het doorrekenen van meetonzekerheid.
10.13. Checklist#
o De titel bestaat uit 10-12 woorden, is aantrekklijk en geeft duidelijk weer waar het onderzoek over gaat.
o De inleiding heeft een V-structuur, van breed/algemeen naar specifiek.
o De inleiding geeft helder het doel van het onderzoek weer.
o Het theoretisch kader beschrijft bondig de benodigde (natuurkundige) voorkennis om het experiment te begrijpen.
o De methode is helder gestructureerd, meerdere sectie met kopjes waar nodig.
o Het experiment is na te doen op basis van de beschrijving.
o Gemaakte keuzes zijn onderbouwd / gerechtvaardigd.
o Het is duidelijk gemaakt in de data-analyse hoe conclusies volgen uit de data.
o De resultatensectie bevat een heldere lijn.
o De figuren voldoen aan de kwaliteitseisen en zijn voorzien van een informatieve caption.
o De discussie plaatst het onderzoek in de grotere context.
o De belangrijkste verbeteringen / tekortkomingen zijn besproken.
o De conclusie heeft een heldere structuur (herhalen van context & onderzoeksprobleem / belangrijkste conclusies / vervolgonderzoek).